Advies van mbo-studenten

Of hij nog een tip heeft voor ons? Ja hoor, dat heeft Mohammed wel: ‘Zorg dat je aan het begin van de opleiding persoonlijk kennismaakt met de ouders, en laat ze vooral – waar je bij bent – hun contactgegevens opschrijven en hun handtekening zetten’.

Mohammed is één van de twee mbo-studenten die deelneemt aan de werkconferentie over ouderbetrokkenheid op het mbo. En hij spreekt uit ervaring. Zijn vader is zeer betrokken bij zijn schoolloopbaan en het gaat ook best goed met zijn opleiding. Maar als Mohammed geen zin heeft om naar de les te gaan, schrijft hij gewoon zelf een briefje dat hij ziek is. Hij heeft consequent vanaf het begin de handtekening van zijn vader vervalst, dus dat heeft niemand in de gaten. En de brieven van school die thuis op de mat vallen krijgt, heeft hij al onderschept voordat zijn vader ze te zien krijgt. ‘Er staat toch nooit goed nieuws in brieven van school, dus die kan ik maar beter achterhouden’, is zijn redenering.

Zijn klasgenoot Lorenzo valt hem bij. ‘Voor mij persoonlijk is het wel fijn dat ik zoveel vrijheid krijg, maar als ik jullie was, zou ik veel strakker zijn in het contact met ouders.’ Lorenzo vertelt thuis niet veel over school, dat is wel zo makkelijk. ‘Dan zeg ik dat ik mijn huiswerk al op school heb gemaakt, terwijl er nog een hele stapel ligt. Dan krijg ik tenminste geen gezeur’. Hij mag zich per mail ziek melden en dat is praktisch. ‘Dan vraagt mijn moeder of ik niet naar school moet, maar dan zeg ik gewoon dat ik vrij ben. Dat kan zij toch niet controleren.’ Lorenzo heeft zelf het formulier met contactgegevens van de ouders ingevuld: bij het e-mailadres heeft hij ‘geen’ gezet, bij het telefoonnummer zijn eigen nummer. School kan dus niet rechtstreeks contact opnemen met zijn moeder.

Voor de moeder van Lorenzo is de wereld van het mbo groot en onbekend. Hij praat bijna nooit met haar over zijn opleiding. Ze heeft wel belangstelling, maar begrijpt er niet veel van. Lorenzo heeft er geen last van, hij is behoorlijk zelfstandig, hij kan het zelf wel aan, zegt hij. ‘Maar voor andere studenten zal het waarschijnlijk lastiger zijn, die hebben meer begeleiding van thuis nodig’.

Niet op alle locaties krijgen de studenten de kansen die Mohammed en Lorenzo zo dankbaar benutten. Op enkele locaties van techniek bijvoorbeeld, zijn ze het afgelopen jaar begonnen met het inschrijfgesprek, een officieel moment waarop ouders naar school komen om de onderwijsovereen­komst te tekenen en direct persoonlijk kennis te maken met de studieloopbaanbegeleider (slb-er). Daar krijgt de school dus de actuele contactgegevens van de ouders, en wordt voor alle drie duidelijk dat ze gaan samenwerken. Ziekmelden mogen studenten alleen maar telefonisch, direct bij hun slb-er, die kritisch doorvraagt over de ernst van de ziekteverschijnselen en eventueel contact opneemt met de ouders. Zo kan het dus ook.

Is dit nu wat we bedoelen met ouderbetrokkenheid: contact met ouders om samen toezicht te kunnen houden op het verzuim van studenten? Nee. Of tenminste, maar te dele. Als we willen dat ouderbetrokkenheid bijdraagt aan het schoolsucces is het belangrijk dat we veel aandacht besteden aan wat er goed gaat zodat ouders trots kunnen zijn op hun kinderen, dat we ouders inzicht geven in wat hun kinderen leren en meemaken zodat ze er thuis over kunnen praten, dat we ouders mee laten denken over schoolloopbaankeuzes. Het gaat er dus niet zozeer om dat ouders samenwerken met school om te zorgen dat hun kinderen naar school gaan, maar dat ze samenwerken om te zorgen dat de jongeren gemotiveerd blijven om hun opleiding af te maken en een goede beroepskracht te worden. Dat bedoelen we als we stellen dat ouderbetrokkenheid op het mbo bijdraagt aan schoolsucces.